More Sports,  Raceverslagen,  Triathlon

Stick to the Ironman-plan

Voor het eerst de afgelopen dagen loopt de stress nu echt op. Ik tel de mensen voor me en kijk opnieuw op mijn horloge. Over 1 minuut starten de pro’s en in plaats van dat ik geniet van de ambiance, de sexy stem van Paul Kaye en de aanwezigheid van al het publiek, sta ik al een half uur in de rij voor een 10tal dixies waarvan ik weet dat ze niet te harden zullen zijn.

Samen met Striek schuifel ik langzaam in de richting van de start van het laatste hoofdstuk van dit avontuur. Een kus van mijn lief, een high five van mijn schoonouders en daar gaan we dan. Ik stap de streep over. Als een kleuter op haar eerste zwemles spring ik het lauwe water in. Hmm dit had ik niet geoefend. Ik hoop maar dat er geen beelden van zijn.
Al snel kom ik lekker in mijn slag. Het voelt goed en tegelijkertijd heb ik geen idee of ik een beetje een fatsoenlijk tempo zwem. Wanneer ik mensen inhaal denk ik dat ik te hard ga, en wanneer ik voorbij word gezwommen meen ik aan te moeten haken. Ik dwing mezelf te vertrouwen op mijn eigen gevoel.
Naast me ligt een flinke vent met een baard in een wit speedsuit met een regenboogvlag. Sagan blijkt hetzelfde lekkere ritme als ik te hebben en een behoorlijke tijd zwemmen we zwijgend naast elkaar. Wanneer ik me bedenk dat ik beter in zijn voeten kan gaan liggen laat hij dit niet gebeuren. Meer een Ironman dan een gentleman denk ik grinnikend en vervolg mijn eigen weg.

 

Wanneer ik het water uit kom word ik van mijn horloge niet wijzer. Ik snel naar mijn wisseltas , vlieg in mijn fietsschoenen en hobbel in de richting van mijn fiets. Toch minder sexy zo’n wissel met losse schoenen. Ik trap weg en fiets een enorme mensenmassa in. Wauw! Aan alle kanten hoor ik mijn naam en het geeft me vleugels. Ik trap de eerste kilometers weg. Het kost me moeite niet boven mijn voorgenomen vermogen te trappen. Ik heb het gevoel alsof ik gemakkelijk harder kan, maar vandaag lijkt me niet het moment om te denken dat ik de statistieken wel versla. Op de Bemelerberg aangekomen wordt er zo hard naar me geschreeuwd dat andere deelnemers in de lach schieten. Ik vervolg mijn weg en voer mijn plan uit, precies zoals het is opgesteld. Ik tel mijn voeding, mijn bidons en lap mijn powermeter netjes om de paar minuten. Ik zie dat ik iets te hard ga maar wijt dit aan de heuvels die het eerste deel van het parcours rijk is. Een klein moment van bezinning wanneer ik bergop Team SuperMaan passeer. Ik voel me nietig. Ik doe máár een Ironman! Kom op mannen hou je taai!
Ik sjees door, door Eisden en geniet van iedere minuut.. Totdat…. Ik moet plassen. We hebben het er nog over gehad gisteren, Striek en ik. Ik bezweek bij de gedachte dat ik zou plassen op de fiets of tijdens het lopen. Gadver! Hoe ver ga je voor een mooie tijd? En dan ook nog de hele dag in dat pak. Anderzijds, het kost me minstens tien minuten als ik er voor afstap. En dan mag je hopen dat het maar 1 keer is… Ik stel het nog maar even uit…

Wanneer ik de Hallembaye op rijd realiseer ik me dat ik mijn ouders en mijn lief te vlug af ben geweest. Ze zijn er nog niet maar enigszins ingeburgerd in Maastricht, toch al wat bekenden die me krachtig aanmoedigen. Op weg naar beneden duik ik op mijn stuur en joel ik naar mijn ouders die net de berg op lopen. Volgende ronde beter…
De eerste ronde vliegt voorbij en eenmaal terug in Maastricht realiseer ik me dat ik de eerste ronde met een gemiddelde van 31,5 heb gereden. Mijn hart maakt een sprongetje en is tevens een beetje bezorgd. 30 Gemiddeld zou al lastig worden. 31 betekent dat ik echt te hard ga. Ik probeer gas terug te nemen, want ookal voel ik me nog fris, de weg is nog lang.

 

Op de Bemelerberg is het weer feest. Boven al het gejoel uit hoor ik mijn schoonvader: “Je gaat fantatisch! Maak t niet te gek! Stick to the plan!! Stick to the plan!!” Ik vraag me af of ik iets geks doe. Of ik misschien ongemerkt erg van mijn plan geweken ben. Ik kijk op mijn Garmin. Nog steeds iets boven mijn wattage, maar niet al te veel. Hmm Toch meer gas terug nemen dan?
Op de Hallembaye aangekomen blijkt het inmiddels een gekkenhuis geworden. Mijn vader ligt op weg achter zijn camera, mijn moeder springt en zwaait met haar oranje paraplu, mijn oom heeft zich ontpopt tot een ware Ironman-holigan. Zonder dat ik het zelf door heb blijk ik iedereen te verbazen en ze zijn allemaal wild. Mijn lief vertelt me dat ik derde lig in mijn categorie. De woorden “stick to the plan” vallen op zijn plek en hebben meteen hun uitwerking. RUSTIG!! Niet nu als een gek gaan trappen, het is nog ver.
Ik vervolg mijn weg en blijf bij mijn plan. En al kan ik geen suiker meer zien ik eet, drink en trap zoals ik met mezelf en mijn lief heb afgesproken. Ik voel me fantastisch, vaar op adrenaline en bedenk me dat ik eigenlijk nog nauwelijks vermoeid ben. Voor ik het weet fiets ik voor een tweede keer de markt op.

 

Aangekomen bij de wissel schrik ik me een hoedje van mijn fietstijd, die 20 minuten sneller is dan ik had ingecalculeerde. Paniek! In gedachte schrijf ik de marathon op mijn buik. Jammer, leuk geprobeerd, ondanks alle waarschuwingen dus toch te hard.
Ik neem de tijd voor de wissel en roep mezelf weer even tot de orde. Ik voel me goed op dit moment dus nog geen enkele reden tot zorg. Anne komt naast me zitten. Ze gaat zo starten in de relay. Ze is super trots, ik ook op haar. Wat een held! om gisteren nog ff team letste minuut (of zoiets) op te richten.
De eerste twee loopronden vlieg ik over het parcours. Langs het park met al z’n toeschouwers, langs Jomanda die bij Rieu voor de deur staat, langs de Sjans waar mijn lief, ouders en schoonouders staan, langs de EDOsporters, langs de Amerikaanse speaker met wijn en kaviaar op St. Pieter, de kinderen van Thalen, Spijkenisse, langs Fusion en onder de vele sproeiers en tuinslangen die het parcours rijk is. Maastricht is ontploft en ik vaar op de energie die dat met zich mee brengt.
Met mijn eigen energie is het inmiddels wat minder florissant gesteld. De derde ronde heb ik het zwaar. Het beste is er wel af, ik ben ubermisselijk en mijn lijf piept en kraakt in zijn voegen. Acht kilometer nog en dan mag ik de laatste ronde in. Dan gaat alles weer vanzelf houd ik mezelf voor.
Ik mijn hoofd knip ik de ronde in stukjes. Van mijn collega naar Jomanda, naar de Sjans, naar de EDOsporters, naar St Pieter, naar de kinderen van Thalen, naar Spijk, naar Fusion en yessss De Markt. In mijn hoofd klinkt de bel. Eten en drinken nog en door. Hmm het wordt niets lichter. Na een kilometer of 3 tref ik mijn schoonvader. Hij rekent me mijn voorsprong voor op de nummer 4. Ze loopt harder dan ik maar als ik niet instort moet ik mijn derde plek kunnen behouden. Ok, niet instorten dus. Maar wacht even harder dan ik?! Ik probeer te versnellen, auwww. Het komt uit mijn tenen. De laatste keer Sjans. Van vriendlief dezelfde boodschap. Geen gekkigheden uithalen en mijn eindtijd ligt ver onder wat ik uberhaubt had durven dromen.
Ik vervolg mijn ronde, pers er hier en daar nog een glimlachje uit en vecht mijn weg richting de Markt. En dan is het daar. Het bruist, sist, juicht en kookt. Op de splitsing zie ik in mijn ooghoek speaker Ruud, hij lijkt me vragend aan te kijken. Jahaaaa… Dit was m’n laatste ronde al!!! Ik had het zelf ook niet zo snel verwacht, maar ik kom er aan!! Ik ren het rode tapijt op. Kijk om me heen en zie zo veel dat ik eigenlijk niets zie. Ik stort me in het eindfeest!

You are an Ironman!!!

 

 

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

achttien − elf =