Triathlon

Fietsen is fantastisch & 7 andere redenen om op de (race)fiets te springen

Fietsen is fantastisch! Roep ik als fervent hardloper. Een verrassende uitspraak? Misschien wel. Niet in de laatste plaats voor mezelf. Een aantal jaren liet ik mijn oude hobby mountainbiken namelijk versloffen omdat ik (te) druk was met hardlopen.

Oude liefde roest niet

Trainen voor een marathon, trailwedstrijden in de Ardennen of de ‘echte’ bergen. Hardlopen was mijn hoofdsport. Ik moest -nou ja, wilde- uren hardlopend doorbrengen. Kilometers maken. Te voet dus. Totdat het ‘noodlot’ toe sloeg en ik een blessure kreeg. Zoals relatief vaak gebeurt bij hardlopers. En net als menig hardloper met een blessure, ging ik fietsen. Eerst pakte ik mijn oude liefde mountainbiken weer op, maar al snel klom ik ook op de racefiets.

Fietstraining

Iedere woensdagavond had ik fietstraining bij TVA (Triatlon Vereniging Arnhem) en ik merkte hoe fijn ik deze trainingen en het wielrennen vond. Net als bij de lange duurlopen kwam ik tijdens de fietstrainingen in ‘een flow’ terecht.

Echte fietser

In plaats van een runner’s high ervaarde ik de biker’s high. Ik genoot van de intensieve trainingen in de avondzon, mijn eigen rustige ritjes over de Postbank, een intensieve tijdrit in de regen en mijn eerste QOM strava. In plaats van een hardloper op een fiets, voelde ik me steeds meer een echte fietser of nog mooier ‘wielrenner.’

Tijdens mijn eerste triatlon wedstrijd maakte ik mijn matige zwemprestatie goed op het fietsonderdeel. Dat vond ik misschien wel het mooiste onderdeel van de triathlon.

MTB plannen

Na dit verhaal zal het niemand verbazen dat ik fietsen gewoon blijf volhouden. In de winterperiode zal ik wat minder wielrennen, maar wat meer op de mountainbike doorbrengen. Zo doe ik komend weekend doe ik een najaarstocht van 45 kilometer op de Mountainbike. Het weekend daarna doe ik mee aan mijn allereerste Cross Duatlon. Een run-bike-run op de trails van de Posbank.

Het moge duidelijk zijn, ik ben fiets fan!

7 redenen om op de racefiets en/of MTB te springen

Ben jij een geblesseerde hardloper en moet je noodgedwongen op de fiets? Dan heb ik goed nieuws voor je! Maar ook voor alle andere sporters én nog-niet-sporters heb ik goed nieuws. Er zijn zoveel redenen om vooral (ook) te gaan fietsen.

  1. In een onderzoek van de Appalachian State University werd hardlopen met fietsen vergeleken. De onderzoekers ontdekte -bij gelijke inspanningen- minder schade aan de spieren van wielrenners dan bij de spieren van de hardlopers. Ook hadden de fietsers minder last van pijntjes. Het advies aan hardlopers is om vooral ook te gaan fietsen (naast het hardlopen). Als je nog niet aan hardlopen doet, dan kun je volgens de onderzoekers beter gaan fietsen.
  2. Fietsen is een low-impact sport en dat betekent dat het minder impact heeft op je gewrichten dan hardlopen. Zoals gezegd: als je geblesseerd bent en niet kunt hardlopen, kun je vaak wel gewoon fietsen. Op die manier kun je je duur- en uithoudingsvermogen op peil houden.
  3. Er zijn tal van wedstrijden en/of tijdritten waar je als fietser aan mee kan doen. Net zo leuk als hardloopevenementen.
  4. Strava is voor fietsers ook leuk. Sterker nog, Strava is oorspronkelijk ontworpen voor fietsers. Op naar zoveel mogelijk QOMmetjes…;-)
  5. Als je niet al te ver van je werk woont, kun je gemakkelijk op de fiets naar je werk.  Geen stress in de file en je hebt je (dubbele) workout er die dag al direct opzitten.
  6. Natuurlijk heb je een fiets, helm en evt. fietskleding nodig, maar verder heb je geen kosten. Je kan altijd en overal fietsen. Niet alleen op de weg, maar op je mountainbike rijdt je ook dwars door de trails en/of in de bergen.
  7. De adrenaline rush die je krijgt van het hard (bergaf) fietsen die kun je hardlopend niet evenaren.

En ben je nog niet overtuigd? Dan gooi ik er nog een quote tegenaan:

Cycling is like Sex. When it’s Great, I’ts Great. When it’s Bad, it’s still Great!

foto credit: Renée Tijdink 

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

vijf − 1 =