Raceverslagen,  Trailrunning

Een raceverslag vanaf de zijlijn… De Bello Gallico

door Sanne

Nog nooit heb ik zo vaak op refresh gedrukt als afgelopen weekeinde. Het is iets na middernacht en ik bevind me in een sporthal in Oud-Heverlee, België. Licht gespannen volg ik nummertjes op een scherm. De nummertjes staan voor vrienden, bekenden en onbekenden die zich op de route bevinden van de 80 of 160 kilometer van de Bello Gallico Trail Race. Ja, je leest het goed… 80 of 160 kilometer!

Vrijwilliger

Omdat met mijn huidige conditie de helft al een hele uitdaging is, bedank ik vriendelijk voor het aanbod om met de jongens mee te lopen en besluit me op te geven als vrijwilliger. Het lijkt me mooi een evenement eens van de andere kant te bekijken en mijn steentje bij te dragen.

160 km finish

Zojuist zijn de lopers van de 80km vertrokken en heb ik er getuige van mogen zijn hoe de eerste van de 160 km finishten. De één ogenschijnlijk fit, de ander compleet uitgeput. In de zaal hangt een intieme sfeer. Ik maak wat foto’s maar durf eigenlijk niet eens te flitsen. Op een of andere manier wil ik niet verstoren wat hier gebeurt. Gezichten verraden vermoeidheid, pijn, euforie en eigenlijk alles tegelijk. Het gelaat van iemand die zojuist 160 kilometer heeft gelopen laat zich niet omschrijven.

20 uur hardlopen..

Ik wacht op Ingo. Nummertje 47 op de kaart verraadt dat hij in de buurt is. Na pakweg 20 uur ploeteren wordt hij met applaus verwelkomd. Te benoemen dat deze man pas anderhalf jaar geleden voor het eerst een paar loopschoenen aan trok, lijkt te verhullen wat een bizarre prestatie dit is. We drinken een biertje en ik besluit voor een paar uurtjes mijn bed op te zoeken.

80 km

Wanneer ik rond een uur of 4 het gesnurk van mijn kamergenoten echt niet meer kan handelen, sta ik op en ‘refresh’ ik de site. Even wrijf ik de slaap uit mijn ogen. Loopt ie nou serieus in eerste positie?! Snel pak ik mijn spullen en race richting het laatste checkpoint. Hier staat Devin langs de weg in afwachting van Kees, onze trainer.

Koppositie

Zwijgend staren we het donker in. Dit moet een van de meest troosteloze straten van België zijn. Het is stil, donker, mistig en miezerig. De wereld is klein zo. Een lampje nadert ons. Op behoorlijk tempo. Het kan niet anders dan dat dit de eerste loper van de 80 kilometer is. Het blijkt Kees. De pijn en vermoeidheid zijn zichtbaar maar niet minder de gedrevenheid en wil om deze race tot een mooi einde te brengen. Na een korte stop vertrekt hij de nacht in. Zelf heb ik nog een uurtje voordat mijn shift start. Nog net genoeg tijd om Raymond en Frank ergens langs de route een hart onder de riem te steken.

Marek en Peter

Ik refresh’ nog eens en rijd door de donkere nacht naar een punt langs de route in de buurt van nummertje 54. Bij het oversteekpunt staan twee vrijwilligers. Iets in me zegt dat ik deze mannen al eens ergens gezien heb, maar helemaal plaatsen kan ik ze niet. We kletsen wat terwijl ze zorgvuldig het verkeer regelen dat er niet is. Of ze ook wel eens trailen vraag ik Marek en Peter. Marek lacht, ‘Ja, wij lopen ook wel eens een stukje’…. (Lees: Marek Vis en Peter Swager: Finishers Legendstrail 2016, 250 km)

Trots

Het duurt niet lang voor Raymond en Frank aankomen. Beide ogen nog behoorlijk fris. Ray zijn ogen glimmen. Hij geniet nog. Hij heeft wat last van zijn heup, maar ik ben er van overtuigd dat ze het gaan halen. Een gevoel van trots overheerst. Voor wat het waard is geef ik ze een hug en vertel ze in volle overtuiging dat ze de beste zijn en het nog maar een paar (lees: 30 kilometer) is.

Goed gemutst

Wanneer ik aankom op het oversteekpunt dat ik zal bewaken zit mijn collega-vrijwilliger Jos al klaar. Hij is goed gemutst deze ochtend. Letterlijk en figuurlijk, want het is behoorlijk fris hier langs de weg. We ‘bewaken’ een overgang waarlangs onder andere de laatste 160 km lopers hun weg vinden richting de laatste post. Ze begeven zich nog een kilometer of 25 voor de finish. Ze zijn gesloopt, op kappot en gebroken.

Tot het uiterstste

Een van de laatste 160 km lopers zwalkt voorbij en is ook mentaal niet meer zo scherp. Iets zegt me dat ik hem moet behoeden voor een duik in het beekje waarvan hij op momenten op het randje balanceert. Ik houd me in. Dit zijn mannen die niet zitten te wachten op meisjes met kopjes thee en hun goede zorgen. Dit zijn mannen (en vrouwen) die er voor kiezen hun verste grens op te zoeken en daar nog kilometers overheen te gaan. Fysiek en mentaal gaan ze tot het uiterste…

Wanneer Jean Pierre aankomt schrik ik op uit mijn gedachten. Hij heeft het zwaar. Dat is wel duidelijk. Hij valt me om de nek en zegt tot drie keer toe dat hij hoe dan ook zal finishen.

Eindsprint

En dat blijkt hij ook te doen. Op een of andere manier heeft hij zich hervonden en er zelfs nog een soort van eindsprint uit weten te persen. Want wanneer ik na mijn ‘dienst’ op de sporthal kom ben ik nog net op tijd om hem binnen te zien komen. Met zijn binnenkomst verdwijnt het laatste, voor mij bekende nummertje van de kaart. Het is mooi zo. Het is tijd om richting huis te gaan.

Legend?

Of ik zelf ooit een Legend zal worden? Geen idee. Dat wat ik dit weekeinde gezien heb heeft indruk gemaakt. Dit is afzien van een andere orde. Dit zijn de afstanden voor de echte legenden. Ik huiver bij het idee zo diep te moeten gaan.

Tegelijkertijd kan ik niet ontkennen dat de sfeer, de organisatie en de intimiteit van dit evenement maken dat je er bij wil zijn. En ergens wil je als trailer toch een keer een Legends-Trail finishen. Echter, het idee daar 80 km voor te moeten lopen vliegt me nog wat aan. Voorlopig ben ik misschien toch beter op mijn plek als het meisje met de goede zorgen en het kopje thee.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

13 + twee =