Raceverslagen

Samen uit, samen thuis? Tijdens de Polar Bear Trail!

Het is altijd zo’n dilemma. In hoeverre pas je je tempo aan, aan dat van de ander. Met regelmaat ben ik de langzaamste loper binnen het gezelschap waar ik mee op pad ben. Niet eens per se omdat ik niet vooruit te branden ben, maar meer omdat ik me blijkbaar graag omring met snelle mensen (lees mannen☺). Super gaaf, leerzaam en mooi natuurlijk om je op te kunnen trekken aan het niveau van anderen. De andere kant is dat ik mezelf daardoor ook nog wel eens voorbij loop. Probeer nog maar eens je eigen tempo te lopen op het moment dat er 10 man voor je wegstuiven, iets verderop op je wachten of hun tempo aan jou aanpassen.

De langzaamste zijn gaat gepaard met gejaagdheid, schuldgevoel en zo af en toe geeft het ook nog wel eens een deukje in mijn ego. Als trailrunner door je weg-lopende vriend volledig zoekgelopen worden in de Alpen, dat doet toch best een beetje pijn. Mixed feelings dan ook wanneer mijn lief besluit met me mee te hobbelen tijdens de Polarbear-trail. Heel gezellig maar voor hem zou ik het fijn vinden als hij dan ook zijn eigen tempo zou kunnen lopen.

Teuven

Ook Claudia en Lex zijn van de partij.  We meeten ze in het modderige en frisse Teuven. Voor hen staat er ‘relaxt lopen en plezier maken’ in hun trainingsschema.  Wie weet zijn ze bij te houden vandaag.

Vanaf de start gaat het best lekker eigenlijk. Claudia en Lex hebben er aardig de pas in en ondanks de belofte aan mezelf om me niet op te laten jagen besluit ik een poging te wagen ze niet uit zicht te laten verdwijnen. Aardig wat kilometers weet ik het vol te houden, al raakt het gat langzaamaan groter. Mijn lief loopt trouw naast, voor of achter me. Op de vlakkere stukken zorgt hij dat het tempo stabiel blijft. Bergop loop ik voorop en maak ik  mezelf wijs dat ik op deze stukken sneller ben. Af en toe wat kletsend en grappen makend over de zwijnenstal waar we door lopen, kachelen we voort.

km 8

Op een kilometer of 8 staan mijn ouders langs het parcours. Mijn vader achter zijn vertrouwde camera, mijn moeder door het dolle. “Je loopt op een vijfde plaats, jullie zitten hartstikke ver voorin, het gaat goed!.” Altijd fijn zo’n hart onder de riem, zeker nu ik de modderige kilometers begin te voelen. Dat relax-en-plezier-tempo van Claudia en Lex is voor mij toch gewoon keihard doorbikkelen.

Ploeteren

Na een kilometer of 10 is het lachen me vergaan. Het lukt me moeizaam om het tempo vast te houden. In mezelf vloekend ploeter ik voort over de modderige paden. Mijn voeten glijden links en rechts onder me vandaan en ik gebruik spieren die ik nooit gebruik. Ik vraag me af of ik ooit eerder zo veel modder bij elkaar heb gezien. Tot mijn enkels zak ik er in weg. Gefrustreerd kijk ik voor me en zie hoe mijn lief en Timothy, die bij ons is aangehaakt, zich in soepele tred inmiddels een meter of 100 van me verwijderd hebben. Bah! Jaloersmakend.

Met een gezicht op onweer, voeg ik me bij de verzorgingspost weer bij hen. “Loop maar door”  brom ik. “Dan hoef je ook niet de hele tijd te wachten”. Ik voel me de sloomste slak op aarde en zwelg liever in mijn eentje weg in zelfmedelijden dan dat ik deze mannen op houdt. Mijn lief laat zich niet afschepen en samen vervolgen we onze weg.

Ik kom weer wat lekkerder in mijn pas en zwijgzaam tikken de kilometers weg. Claudia en Lex zijn uit het vizier maar mijn doel hen niet uit het oog te verliezen heeft plaatsgemaakt voor het doel me niet te laten passeren door een vrouw.

Het kan geen kwaad het een beetje spannend te houden voor jezelf, nietwaar.

Mijn lief wordt stiller en een blessure blijkt op te spelen. Hij twijfelt. Iets kapot lopen zou wel heel slecht uitkomen. En voor even zijn de rollen omgedraaid. Hij vindt het onzin natuurlijk, en voelt zich waarschijnlijk wat opgejaagd en bezwaard. En toch… Ik pas mijn tempo aan, aan dat van hem. In een easy tempo vervolgen we onze weg. Een vrouw passeert….

“Loop maar door” mompelt hij, op een gegeven moment.  “Ik loop de kortste weg naar de finish.” Onzin, vind ik natuurlijk. Samen uit samen thuis.  Met plezier pas ik me eens een keer aan. Na enig gesteggel wandelen we samen over de verharde weg. “Hoe zou jij je nu voelen in mijn plek?”  Zegt hij….  Nou… Dat weet ik wel!

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

15 + 15 =