Avontuur,  Raceverslagen,  reizen,  Trailrunning

Race verslag: Eiger Ultra Trail

Zes mannen gaan met een heks op pad. Twee van hen hebben het geluk dat ze in een hostel slapen aan het einde van de straat. De andere vier hebben pech. Ze zitten met me opgescheept dit weekeinde.

De Heks van de Eiger 51

Vermoeidheid, een mega verkoudheid, twijfels over een niet naar behoren functionerende knie en angst voor dat wat me te wachten staat, maken dat ik niet bepaald om mijn best ben. Daar waar je me er normaalgesproken best bij kan hebben (al zeg ik het zelf) ben ik dit weekeinde een tikje licht ontvlambaar en snel geagiteerd. Net als bij de meeste vrouwen uit zich dit in prinsessengedrag en gezeur over het huishouden in het kamp. Het doet ze dan ook ongetwijfeld goed dat ik er bij de start als een haas vandoor ga. Even een uur of tien verlost van mijn gejengel.

Etappes

We zijn vertrokken! “23 kilometer omhoog, 20 kilometer naar beneden en dan nog een beetje asfalt. 51 kilometer en 3200 hoogtemeters. Het is maar 2 keer de Mont Ventoux omhoog en  maar de helft van de Kilimanjaro die ik al eens beklom. Hoe moeilijk kan het worden?” In een poging de komende paar uur behapbaar en overzichtelijk te houden en wat rust in mijn hoofd te creëren, heb ik mijn trip opgedeeld in 3 etappes. Te beginnen met 23 omhoog dus…

Mijn voornemen, voor de file de berg op, laat ik na een paar minuten varen. Binnen 3 minuten ben ik buiten adem en hijg en snotter ik Grindelwald door. Ik kijk om me heen. Fris en fruitige lopers lijken me aan alle kanten te passeren. Het voelt alsof ik stil sta met een olifant op mijn borstkast. Mijn longen hebben de inhoud van een ingedroogde rozijn en nog voor ik de eerste brug gehaald heb, besluit ik mijn ambitie op een mooie tijd te laten varen. Finishen wordt het doel vandaag, en aan mijn lijf te voelen gaat dat nog een hele uitdaging worden. Die 9,5 uur kan me gestolen worden.

Met snot en rozijnen

De eerste klim. De eerste rotspartijen doemen voor ons op. In het vroege ochtendlicht oogt de omgeving fris en zelfs enigszins liefelijk. Een smal pad loopt betrekkelijk steil omhoog door het groene gras dat versierd is met bloemetjes. Ik heb er oog voor omdat het tempo betrekkelijk laag ligt en de sliert aan lopers voor mij niet harder gaat dan de langzaamste. Helaas, dus toch in de file beland. Gestaag prik ik mijn stokken voor me in de grond en klets ondertussen wat met de lopers om me heen. Daar waar het kan snij ik een hoekje af en ga wat mensen voorbij. Maar echt opschieten doet het niet.

De klim leidt ons naar First. Een bergtop met daarop groot bergrestaurant waar alleen te komen is via een soort stalen hangbrug. Ik denk aan Raymond, ik weet dat ie niet ver achter me zit. Al maanden ziet hij hier tegenop. Ik twijfel of ik zal wachten. Ergens vrees ik dat ik het misschien alleen maar ‘groter’ maak door te blijven staan. Ik loop door.

Op het platform van First heerst een wat bizar tafereel. Afgepeigerde lopers vloeien samen met de Japanse toeristenscène. Opgedirkte gasten hebben ongestoord koffie met gebak, waar aan de andere kant van een lint hongerige lopers  zich in een moordend tempo volstouwen met ontbijtkoek en bananen, om daarna zo snel mogelijk hun lijdensweg naar de Faulhorn te vervolgen.

Ook ik vervolg mijn weg. Inmiddels met Raymond en Ralph. Ray heeft de brug overleefd, wat een topper!! De bergen worden grootser en ogen gevaarlijker. Op de momenten dat de wolken wat wegtrekken openbaren zich de broertjes en zusjes van de Eiger. Het duurt dan ook niet lang of het pad vindt opnieuw haar weg omhoog. Een tikkeltje steiler deze keer.

Ik snotter en piep verder de berg op. Hoe hoger we komen, hoe minder zuurstof er over blijft. Met regelmaat probeer ik te hoesten in een poging mijn rozijntjes te voorzien van wat extra inhoud maar het lijkt weinig verschil te maken.  Ik loop mezelf het snot voor de ogen, zeg maar…

Een meter of 50 voor me loopt Ralph. Ik besluit hem niet uit het oog te verliezen. Inmiddels is mijn beleefdheidsniveau ook wat gedaald. Het pad is minder afgebakend wat maakt dat het makkelijker is om mensen voorbij te gaan. Het wordt me niet overal in dank afgenomen. Maar hey, ik ben op weg naar de top en ik ben er bijna.

Na 4 uur en 56 minuten eenzaam zwoegen, met Ralph in mijn vizier, bereik ik de top. Daar staat Marc en even later Charissa, helemaal naar boven gekomen om hun Mudsweat-toppers aan te moedigen en ondersteunen. Fotootje, filmpje, praatje, best fijn om even wat bekenden te zien en te spreken. Bij het ‘buffet’ staat een rij. Ik wurm me er tussen en vul mijn spullen bij. Daarna duik ik de (in mijn hoofd) 20 kilometer lange afdaling in. Althans, voor een meter of 25. Dan realiseer ik me dat deze afdaling nog wel eens een pittige klus kan worden. En ook al is er statistisch gezien vandaag toch echt iemand anders aan de beurt om te vallen, ik besluit het enigszins voorzichtig aan te doen.

Wim Hofs

Na een tijdje raak ik aan de praat met Bart. Bart blijkt een ‘leerling’ en inmiddels instructeur van Wim Hofs en praat me bij over ijsbaden, ademhaling, en soulsearching (sorry Bart, mijn bewoording). Doordat het parcours technisch is, blijft er, ondanks mijn snothoofd en rozijntjes, best wat adem over voor een goed gesprek. Het dood de tijd en samen zijn we best een goed team. De momenten waarop ik het zwaar heb maakt Bart het tempo, en andersom. Op 35 kilometer realiseer ik me dat een tijd binnen de 9,5 nog best haalbaar moet zijn. Ik overleg met Bart. Zen als hij is, heeft hij voor zichzelf geen tijdsdoel gesteld, maar hij lijkt het best te vinden om een poging te wagen. Een klein beetje gas er bij dan maar.

Race verslag: Eiger Ultra Trail

We zijn al een behoorlijk eind in de afdaling (die toch echt ook mega steile stukken klimmen kent) als zich een pijntje in mijn knie voordoet. Daar waar mijn zorgenkindje aan de rechterkant zich nog steeds voorbeeldig gedraagt (thank youuuu fysio Bram!!) is het links die protesteert. Ik probeer het te negeren maar naarmate we een kilometer of wat verder zijn is mijn hardlopen veranderd in een soort korte dribbel. Stilletjes dribbel ik voort.

We komen een andere MudSweat-loper tegen. Wandelend en mank. Een pijnlijke knie. Onwijs balen maar niets meer aan te doen. Doorbijten en uitlopen. Net zoiets als ik dus.

Ik hoor Bart tegen hem zeggen dat het wijsheid is om je adem naar je knie te sturen. Ik denk aan mijn eigen knie. Ik adem in, en pijns. Ik vraag me af hoe ik deze teug zuurstof richting mijn knie krijg.

Terwijl ik zo bezig ben lach ik om mezelf. Hier loop ik dan. Al meer dan een bergmarathon achter de rug, volledig afgedraaid, ren, strompel en dribbel ik hier, mezelf afvragend hoe ik mijn adem naar mijn knie krijg. Ik blijk geen natuurtalent. Dan maar een kleine pauze. Mijn knie in een waterval en twee ibus erin. Dat zet meer zoden aan de dijk. Ik ben klaar voor het asfalt. Althans, dat denk ik.

Asfalt finish

Daar waar ik de afgelopen paar uur heb uitgekeken naar dit laatste stuk, stokt mijn adem op het moment dat we er arriveren. Op dit stuk asfalt zou zelfs een berggeit uit Chamonix zich nog vergalopperen. Het is zo steil dat hardlopen bijna onmogelijk is. Als Alberto Tomba op een krap gestoken slalom ‘skiën’  we zigzaggend naar beneden. Mijn bovenbenen ontploffen, maar hey, we zijn er bijna.

Het laatste vlakke stuk. Met een schuin oog op mijn horloge zet ik mijn tanden in de rug van Bart. Hij maakt aardig tempo en het enige dat ik hoef te doen is aanhaken en blijven hangen. Het is bloedheet en de beek waarlangs we lopen roept mijn naam. De laatste kilometers. “Damn! Wat is het heet!”  We passeren nog de nodige lopers en bedwingen ook de aller laatste klim (wat een M*%M$*F&! trouwens!).

dan.. Finish!! Na 9 uur 19 minuten en 19 seconden stap ik over de lijn van mijn eerste (baby) Ultra. Wat een heerlijk gevoel!!!

Een uur of twee later zijn de mannen weer verenigd met hun heks. Een trotse heks deze keer, trots op al haar mannen.

Teruggekomen in het kamp blijken alle boodschappen bedorven.  *%#@! mannen! … “Gelukkig staat het bier nog koud!” brullen ze in koor. Zucht!… Maar ach, who cares… We hebben iets te vieren…

Race verslag: Eiger Ultra Trail

3 Comments

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

acht − twee =