Raceverslagen

Raceverslag: Halve marathon van Amersfoort

Op deze (wederom) snikhete zondag sta ik om half elf aan de start bij de halve marathon van Amersfoort. Omdat het tegen de 30 graden wordt, ben ik geheel in het wit. Het kleedt niet bepaald af, maar het is wel zonwerend.

Lange duurlooptraining

Zes weken geleden heb ik me ingeschreven, een strak schema gemaakt en mezelf voorgenomen om te proberen nu eindelijk eens mijn PR te verbeteren. Maar ja, het schema was nog niet uitgeprint of ik werd getroffen door een verkoudheidsvirus met koorts, hoofdpijn, vermoeidheid en de hele rataplan en pas na ruim drie weken was ik voldoende hersteld. Dus change of plans: ik besluit er een lange duurlooptraining van te maken. Op zich al uitdagend genoeg omdat ik me niet kan herinneren wanneer ik voor de laatste keer meer dan 12 trainingskilometers heb gemaakt. Dat is in ieder geval vorig jaar geweest.

En zo begin ik bij een temperatuur van ruim 25 graden te lopen. Gelukkig niet alleen, want Diederik loopt mee. Alleen niet als zichzelf, maar als Sander. Hij heeft namelijk pas gisteren bedacht dat hij wel mee wilde lopen met deze ‘lange duurtraining’, maar omdat de inschrijving al gesloten was heeft hij via een soort dating site voor startnummers een startnummer kunnen overnemen.

Ook hij heeft al maandenlang geen echt lange duurlopen gedaan. We spreken af om zo rustig te beginnen dat we een ‘negative split’ gaan lopen.

Start

We starten tegelijk met de marathonlopers en de estafette teams, die met vier personen de marathon lopen. Al vrij snel gaan we de stad uit en lopen langs de Eem. Het gaat best lekker. Ik probeer niet te denken aan alle kilometers die nog voor ons liggen, elke stap is er eentje. Voor me zie ik een lang, licht kronkelend lint met lopers. Ik vraag me af waar de eerste drankpost blijft: ik meen te hebben gelezen dat er elke 3,5 kilometer eentje zou zijn, maar pas na vijf kilometer, als we rechtsaf slaan, is er een. Ik gooi een bekertje over mijn hoofd en drink er een. Het gaat nog steeds goed en we lopen nu in de schaduw, wat toch wel heel erg fijn is na dat stuk in de felle zon. We lopen ongeveer 5.20 per kilometer en ik denk dat ik dat nog wel een tijdje vol kan houden. Dit parcoursgedeelte voert door de polder en bij enkele boerderijen hebben ze een sproeier langs de weggezet waar bijna iedereen dankbaar doorheen loopt.

Na een kilometer of tien komen we weer terug in de bebouwde kom. Vlak voor ons schiet een fietser het parcours over, ondanks het stopteken van de verkeersregelaar.  Het gaat net goed.

Nog steeds kachelen we door in hetzelfde tempo. Bij veertien kilometer heb ik het even moeilijk, vooral mentaal, bij het idee dat we nog zeven kilometer moeten, ook al is het goede nieuws dat we op 2/3 zijn. We zijn in Amersfoort, ik weet niet precies waar, maar ergens bij de 15 kilometer lopen we in een soort park dat een beetje glooit. Niet iets om van te schrikken als je gewend bent aan de Oosterbeekse klimmetjes, maar met deze hitte en het gebrek aan lange trainingslopen begint het toch pijn te doen. Het loopt inmiddels tegen twaalven, de hemel is onbewolkt en er is nauwelijks schaduw.

Nog vijf kilometer te gaan, als Diederik zegt: nog een Cuneraloopje zonder heuvels. Twee weken eerder hebben we namelijk allebei de vijf kilometer gelopen van de Cuneraloop in Rhenen. Ik wilde eerst tien, maar omdat het warmer was dan gedacht kozen we toch voor de vijf. En alhoewel dat een pittig loopje is, zeker met warm weer, komt het me nu voor als een lekker wandelingetje.

Koude rillingen

Tussen de achttien en negentien kilometer krijg ik last van koude rillingen en steken in mijn zij. Ik herken dit. Toen ik in Porto de halve marathon liep voelde ik me precies zo tijdens de laatste snikhete kilometers. Een jonge loopster voor ons is onwel geworden en ligt langs de kant, grauw, de ogen gesloten. Ik vind het niet leuk meer. Het parcours voert langs het spoor, geen greintje schaduw, geen zuchtje wind.

Bij de drankpost nemen we een wat langere wandelpauze. Ik neem ongeveer een douche met de bekers water en drink er twee op. Dat helpt een beetje. We lopen door een deel van de oude binnenstad. Eindelijk een beetje schaduw. Er is publiek en muziek. ‘Vlieg met me mee over de regenboog’, hoor ik en ik spreid mijn armen en loop al klapwiekend de bocht om. Daar is de straat leeg en we moeten nog zeker anderhalve kilometer. Mijn laatste beetje energie is weggefladderd met de vogelact. Wat jammer dat er niet meer muziek en klappende mensen zijn.

In mijn beleving duurt de laatste kilometer een eeuwigheid. Ik sjok achter Diederik alias Sander aan en herinner me weer levendig de laatste paar honderd meter van de marathon in Berlijn. Achteraf denk je: hoe zwaar kan dat nou zijn, die paar meters tot de finish, als je al zoveel gelopen hebt. Nou, ik weet het weer: loodzwaar. En toch komt ook hier een einde aan.

EHBO

Wij mogen naar links, de marathonlopers moeten rechtdoor. Na vijftig meter zijn we er en lopen de finish over, terwijl de speaker ons aankondigt als Sander en Emma. Ik pak de medaille, het flesje water en ja hoor, net als in Porto, komt mijn ontbijt er uit. Ik word naar de EHBO tent geloodst, maar ben eigenlijk al wel weer oké, vind ik zelf. Ik blijf een paar minuten zitten, krijg een druivensuiker en ga weer, want het is druk in de tent en ik wil niet onnodig een stoel bezet houden.

We ploffen neer op een terras, drinken een cola en kopen chips. Daarna nog patat en bitterballen. Want wat hebben wij dit verdiend. En we blijken achteraf redelijk steady gelopen te hebben, onze eindtijd is 1.52.33. Niet slecht voor een trainingsloop.

Foto header: via Marathon van Amersfoort

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

vijf − een =