Raceverslagen

Antwerpen marathon 2015 verslag

Marathon van Antwerpen

Antwerpen marathon 2015 verslag

In plaats van een sportweekverslag, maak ik (Erlinde) vandaag een verslag van mijn langste run ooit, mijn eerste marathon. Die van Antwerpen. En ja, waar moet ik beginnen? Dat alle clichés over de marathon waar zijn? Dat de weg ernaar toe net zo belangrijk is als de finish? Of gewoon bij het begin omdat ’the journey of 26 miles begins with a single step?’

Het begin

En het begon allemaal bij de beslissing om toch eens een marathon te lopen. Niet eerder had ik die ambitie. Toen ik vorig jaar de halve marathon van Berlijn liep, dacht ik bij de laatste kilometers dat ik het nooit in mijn hoofd zou halen om een hele marathon te lopen. Twee keer een halve, dus 42,195 kilometer. Waarom zou je dat willen?

Omdat het de magische hardloop afstand is? Omdat er heel veel hardlopers zijn, maar niet zo heel veel marathon lopers? Maar er wel weer zoveel marathon lopers zijn dat het haalbaar is? Omdat pijn lijden en buiten je comfort-zone stappen het gevoel geeft dat je de wereld aan kunt? Om er met een groep naar toe te leven?

Antwerpen

Ja dat alles! En misschien vooral dat laatste. Stefanie heeft het na haar marathon in Amsterdam wel even gehad met de lange afstanden, maar in november sloot ik me aan bij Running-Improvement, een trainingsgroep die het doel had om in april 2015 een marathon te gaan lopen. Eerst de halve marathon in januari en daarna door naar de hele. En die hele werd Antwerpen, een vlak parcours en niet al te druk.

IMG_20150427_122814_317

Schema

Het trainingsschema was op maat gemaakt door de trainer, iets wat ik heel prettig vond. Ik gedij goed bij een duidelijk schema, waar ik voor mijn gevoel niet van kon afwijken, en wat ik dus ook eigenlijk nooit deed. Voor trainingsmaatje Susan en mijzelf was het de allereerste marathon, ons doel was dus het uitlopen. De andere trainingsmaatjes hadden al eens een marathon gelopen, dus zij gingen voor het verbeteren van hun PR.

Gewoon hardlopen

Hoe onzeker ik in het begin was of ik een marathon zou kunnen lopen en hoe ik opzag tegen die eindeloos lange duurlopen, hoe zeker ik gaandeweg werd. En dat terwijl de (privé-) omstandigheden aan het begin van het schema niet echt optimaal waren. Mijn relatie ging na 7 jaar over en op mijn werk was er te weinig budget en zag het er naar uit dat mijn jaarcontract niet zou kunnen worden verlengd (wat inmiddels gelukkig weer heel anders is). Het was dus nogal vol in mijn hoofd. Maar de tip van mijn (ex-) ‘schoonmoeder’; “Ga gewoon hardlopen, daarna voel je je vast een stukje beter” toen ik het even niet meer op een rijtje had, was de beste. Gewoon hardlopen. Dus dat was wat ik deed. Een aantal maanden lang.

Vooruitgang

Tijdens de trainingen ging ik vooruit, ik werd sneller en terwijl ik het eerst al wonderbaarlijk had gevonden als ik überhaupt over de finish zou komen in Antwerpen, geloofde ik nu dat Susan en ik net onder de 4 uur zouden kunnen finishen. Het idee was om ons marathon tempo van 5:30 per km vol te houden tot 35 km en daarna -indien mogelijk- te versnellen. We hadden tot 35 km getraind, wat goed ging, maar ik was erg benieuwd wat mijn lichaam na 35 km zou doen.

Start

Op zaterdag vertrokken we naar Antwerpen. We haalden het startnummer bij de Runnersexpo op, aten pasta en sliepen in het speciale ‘marathon hotel’. Nou ja.. sliepen. Van slapen kwam niet heel veel terecht, door de spanning. Op zaterdag was ik al enorm gespannen, en zondag was helemaal erg. Wat was ik zenuwachtig! Door de Reggae muziek voor de start, werd ik wel iets meer ontspannen en toen het startschot klonk, de confetti uit de lucht kwam en Faithless door de speakers knalde was ik er klaar voor. Let’s do this!

Deel 1

Susan en ik liepen met de pacers van 3:59 mee, dat betekende de groene ballonnen volgen. Het eerste stuk ging prima. Af en toe was het was lastig om in mijn eigen ritme te komen door alle mensen die voor en achter me liepen, maar vooruit. Na ongeveer 2 km kwamen door een lange tunnel. Eerst een stuk naar beneden en daarna omhoog, het was gaaf om in die tunnel te lopen met al die lopers, maar ook nogal warm. Buiten was het toch wat prettiger. Op een gegeven moment liep ik samen met Susan net iets voor de pacers. En wat liep dat fijn. Net zoals in de trainingen. Dat ging lekker!

10miles-14

Halverwege

Bij het halve marathon punt stonden de man en kinderen van Susan en iets verder stonden de trainers Kees en Chris ons aan te moedigen. Dat geeft toch weer een boost. Net zoals de tig onbekenden langs de kant die je naam schreeuwen. Op het startnummer staat je naam en meestal geeft mijn naam nogal wat problemen. In Nederland (om nog maar niet te spreken over de rest van de wereld) is de naam Erlinde nogal lastig. Mensen beginnen er maar niet aan. Maar in België had niemand er moeite mee. En omdat er relatief weinig dames meededen met de marathon, werden wij als dames extra aangemoedigd, zo leuk.

Na 27 km

Maar na 27 km begon ik het toch wel behoorlijk zwaar te krijgen. Wat? Nu al? Dat had ik niet gedacht. Probleem was dat het op opeens ook heel warm en benauwd was. Dat duurde een tijdje en daarna begon het gelukkig te regenen. Susan stopte op een gegeven moment even. Ik wist niet waarom, maar achteraf bleek ze last te hebben van haar knie. Hij zat een soort van op slot. Het enige wat ik wist is dat ik wel door moest, ik kon niet gaan stilstaan, of wandelen, want dan was ik weg. Door tot 30 km, daarna zie ik wel verder.

Herinneringen

Vervolgens leek ik herinneringen uit mijn leven te krijgen. Op het asfalt stond toevallig twee keer de bijnaam van mijn ex-vriend geschreven en de latin band langs de kant speelde een nummer dat me gelijk deed herinneren aan mijn sabbatical in Costa Rica. Ik werd er opeens heel emotioneel van. Nee niet nu al! Zo kan ik niet goed ademen, met die brok in de keel. Je ziet wat je wilt zien. Bijna 30 km. GA DOOR.

Dorst

De drankposten waren heel goed geregeld, elke 2,5 km water, elke 5 km energiedrank. Ik heb onderweg genoeg energiedrank gedronken, maar ergens tussen 32 en 35 km kreeg ik enorme dorst. Waar blijft het water?? Het leek eindeloos te duren, maar uiteindelijk kwam er weer een waterpost. In de training ging het eten/ het nemen van gelletjes prima, maar nu kon ik de gelletjes maar met moeite wegkrijgen. Ik had er nog een moeten nemen rond de 30 km, maar het paste er niet bij. Laat maar.

Party on

Mijn kilometertijden gingen naar beneden. Tijd om mijn muziek aan te doen. Had ik eerst het ideale plan dat Susan en ik na 35 kilometer of wel konden versnellen, was het in de praktijk al een opgave om na 30 kilometer de kilometertijden niet als een plumpudding in elkaar te laten storten. De pacers van de 3:59 gingen voorbij, ik kon ze niet meer volgen. So be it. Ik ging me nu niet meer druk maken om de tijd. Ik wilde genieten, dit was mijn eerste marathon. Ik liep opeens helemaal alleen, geen lopers meer om me heen. Dat maakte niet uit, ik maakte mijn eigen feestje met mijn muziek in oren terwijl ik ondertussen werd aangemoedigd door het publiek.

35 km en verder

Na 35 km werd het zwaarder en zwaarder. Ik voelde een stekende pijn aan mijn scheenbeen. Dit is geen ‘echte’ pijn dacht ik, dit ken ik uit de training, gaat wel weg. Negeren die handel. Steeds meer mensen waren aan het wandelen. Niet aan beginnen, dacht ik. Zachter lopen mag, maar niet wandelen. De pijn die ik vervolgens door mijn hele benen voelde kon ik niet negeren. Dat het afzien zou worden had ik wel gedacht, maar zo? Bij 38 km stond Kees. Ik voelde me op dat punt wel een beetje miserabel, alleen op de wereld, met die pijn in mijn benen. Kees sprak me weer moed in. Nog even, 4 km.

De laatste 4 kilometers

Als ik had gewild dan had ik nu enorme vaart moeten maken en dan kon ik nog binnen de 4 uur finishen. Maar mijn benen. Ze wilden het niet. Ik sprak met mezelf af, dat ik mezelf dat achteraf niet moest gaan verwijten, want versnellen was geen optie (terwijl ik nu achteraf wel denk dat ik dat het moeten doen, maar ja, achteraf is makkelijk praten).

Op 40 km, een dieptepunt in mijn kilometersnelheid. Toen kwam er een meisje naast me fietsen. Ze moedigde me aan aan en zei dat ik er bijna was. Dat ik het super goed deed. Nog even. Zie je die boog? Vroeg ze. Ja die boog zag ik, was het daar al? Ja bijna, dan nog even links naar de echte finish op de grote markt.

Finish

Daar was de finish. Ik werd o.a. aangemoedigd door Chris en moest van mezelf nog een sprintje trekken over de ‘blauwe loper’ en onder de finish boog door. Mijn tijd: 4:04:21. Ik kreeg mijn medaille omgehangen en toen wist het even niet meer. Wat was ik moe, wat deden mijn benen pijn, wat een verschrikking. Aan de andere kant was ik enorm blij en opgelucht en rolden de tranen over mijn wangen. Mijn trainingsmaatjes en hun aanhang stonden al een tijdje te wachten bij de finish, en wat fijn om ze te zien. Jan, Gert Jan, Martijn en Rogier, allemaal toppers die hun PR hadden verbeterd. Susan kwam na een paar minuten ook over de finish. We hadden het allemaal gehaald.

Ça va bien!

We gingen ons even snel omkleden en mijn moeder belde, die natuurlijk trots was op mij (de beste steun en toeverlaat, daar zijn moeders voor). Daarna was het tijd voor een biertje. Ik vroeg nog om een alcoholvrij biertje, maar daar doen ze niet aan in België. Dan maar een echte. Wat smaakte het biertje goed. En wat voelde ik me goed nu. Ça va bien!

Net als het leven is de marathon een weg met ups en downs. Verre van perfect, maar toch zo mooi. En de marathon is het bewijs dat je meer kunt, dan dat je ooit voor mogelijk had gehouden. Merci Antwerpen! Tu étais formidable!

IMG_20150425_210945_849

9 Comments

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

10 − acht =