Triathlon

Grenzeloos biechten…

Er moet me al een tijdje iets van het hart. Maar ik durf niet. Of misschien moet ik zeggen ik durfde niet. Want vandaag ga ik een poging wagen…

Het begon allemaal aan de voet van de Eiger. De ochtend na mijn eerste ultra trail… Of eigenlijk… het begon allemaal al in de luiers. Al zo lang mijn ouders zich heugen ben ik op zoek naar spanning en uitdaging. Niet zelden hebben ze hoofdschuddend, fingers crossed gehoopt dat het goed af zou lopen. Was ik net een takje te ver de boom in geklommen, op een iets te fout feestje was beland, of bevond ik mij in het holst van de nacht in de straten van Rio de Janeiro op zoek naar het hostel, dat hier toch echt ergens om die hoek moest liggen.

Dat mijn behoefte aan uitdaging zich de afgelopen jaren wat meer in sport uitte leek een zegen. Echter, een gebroken hand tijdens de Transgrancanaria of de gebroken neus van mijn zusje, opgelopen tijdens een weekje wildwaterkayakken met mij, blijven stille getuigen van niet verdwenen onrustige genen, met een avontuurlijk (en vaak overvol) leven tot gevolg.

Maar goed, daar aan de voet van de Eiger dus. In een Zwitsers zonnetje, onder het genot van een bakje havermout, kwam de onvermijdelijke vraag: ‘Wat nu?!’ Na een jaar lang wat opmerkelijke sportdoelen (althans volgens sommigen) aan elkaar te hebben geregen stond er niets meer op de planning. Nou ja, het afronden van mijn master waar ik uiteraard ook een ambitieus project van maakte, maar niets waarvan je hart daadwerkelijk sneller gaat kloppen of de adrenaline uit je oren spuit.

Of een gezelschap van ultralopers de juiste plaats is om zo’n vraag te deponeren is discutabel. Maar het zal je niet verbazen dat er niemand kwam met de suggestie een snelle 10k te lopen of volgend jaar een klein rondje Nederland te fietsen. Met grote mannen, worden grote plannen gesmeed. Het was daar, in dat Zwitserse zonnetje, naast onze tentjes, dat iemand van ons voor het eerst het woord in de mond nam. En in de auto naar huis wist ik eigenlijk al dat ik verloren was.

Nog een half jaar heb ik het besluit voor me uit geschoven. Ontzag voor de afstand, het aanzienlijk aantal uren trainingseffort waarvan ik wist dat ze me te wachten stonden, en het feit dat ik met een ‘Ja’ een aantal andere zaken zou elimineren maakte dat ik niet toe durfde te geven aan mijn groeiende enthousiasme. Als een soort van compromis steeg het aantal trainingsuren in de week en lag ik, onder het mom van “Je weet nooit waar het goed voor is”, ineens 2 a 3 keer per week in het zwembad.

Maar… Niet kiezen is ook kiezen zeg ik altijd. En ook in dit geval naderde het moment waarop van uitstel afstel zou komen. De overgebleven trainingsperiode werd simpelweg te kort. En zo geschiede: Met vlinders in mijn buik en angstzweet op mijn rug stortte ik mijzelf op 28 februari in een nieuw avontuur. Een druk op de knop (en het overmaken van een klein fortuin) waren voldoende om het komend half jaar onder de pannen te zijn.

Erover bloggen heb ik nog even uitgesteld. Een beetje faalangst is geen mens vreemd. Maar nu ik 15uur per week trainen zonder al te veel kleerscheuren door kom, mijn schoolslag heb verruild voor een soepele borstcrawl, en ik met gemak langer dan 5 uur op mijn fiets zit, durf ik aan je op te biechten: Op 5 augustus sta ik aan de start van Ironman Maastricht.

Note to parents: Wees gerust… Ter voorkoming van verdere escalatie worden fietstrainingen gecombineerd met reflectie op de thema’s ‘ambitie’ en ‘grenzen’.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

16 − 7 =